Netwerkproblemen oplossen
Algemene netwerkproblemen oplossen
•
Als u de HP-software niet kunt installeren, moet u controleren of:
◦
Alle kabelverbindingen tussen de computer en de printer in orde zijn.
◦
Het netwerk operationeel is en de hub, switch of router van het netwerk zijn
ingeschakeld.
◦
Alle toepassingen moeten zijn afgesloten of uitgeschakeld voor computers
met Windows, inclusief eventuele antivirusprogramma's,
antispywareprogramma's en firewalls.
Hoofdstuk 8
136
Een probleem oplossen
◦
Zorg ervoor dat de printer op hetzelfde subnet is geïnstalleerd als de
computers die gebruikmaken van de printer.
◦
Als het installatieprogramma de printer niet kan vinden, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het
installatieprogramma in. Zie De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor
meer informatie.
•
Als u een computer met Windows gebruikt, moet u controleren of de
netwerkpoorten die in het stuurprogramma van de printer zijn gemaakt,
overeenkomen met het IP-adres van de printer:
◦
Druk de netwerkconfiguratiepagina van de printer af. Zie De
netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
◦
Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of
Apparaten en printers.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op
Printers.
◦
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer, kies
Eigenschappen en open het tabblad Poorten.
◦
Selecteer de TCP/IP-poort voor de printer en klik dan op Poort
configureren.
◦
Vergelijk het IP-adres in het dialoogvenster en controleer of het
overeenkomt met het IP-adres op de netwerkconfiguratiepagina. Als de IP-
adressen niet overeenkomen, wijzigt u het IP-adres in het dialoogvenster in
het adres op de netwerkconfiguratiepagina.
◦
Klik tweemaal op OK om de instellingen op te slaan en de dialoogvensters
te sluiten.
De netwerkinstellingen voor de printer opnieuw instellen
1.
Raak (pijl rechts) aan, raak dan Installatie, en kies vervolgens Netwerk. Raak
Netwerkinstellingen herstellen aan, en raak vervolgens Ja aan. Een bericht
verschijnt waarin staat dat de standaardinstellingen van het netwerk zijn hersteld.
2.
Raak (pijl rechts) aan, raak daarna Configuratie aan, raak dan Rapporten
aan, en tenslotte Netwerkconfiguratiepagina afdrukken om de
netwerkconfiguratiepagina af te drukken en te controleren of de
netwerkinstellingen opnieuw zijn ingesteld.