Suggesties voor hardware-installatie
Controleer de printer
•
Controleer of alle kleefband en materiaal aan de buiten- en binnenkant van de
printer zijn verwijderd.
•
Zorg dat er papier in de printer is geladen.
•
Controleer of er geen lampjes branden of knipperen behalve het lampje Gereed,
dat hoort te branden. Controleer op berichten op het bedieningspaneel van de
printer als het waarschuwingslampje knippert.
Controleer de hardwareverbindingen
•
Controleer of alle gebruikte snoeren en kabels in goede staat verkeren.
•
Controleer of het netsnoer stevig met de printer en met een werkend stopcontact
is verbonden.
Controleer de inktcartridges
Controleer of inktcartridges goed vastzitten en zijn uitgelijnd in de juiste met kleuren
gecodeerde sleuven. Een goed geïnstalleerde inktcartridge hoort niet te bewegen
wanneer er zachtjes aan wordt getrokken. De printer kan niet werken als niet alle
inktcartridges zijn geïnstalleerd.