De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
U kunt de instellingen voor het faxen naar de pc op uw computer op elk moment
bijwerken vanuit de Wizard Digitale fax instellen. U kunt de Fax naar Mac-instellingen
bijwerken met het HP-hulpprogramma.
Een fax ontvangen
59
U kunt Faxen naar pc of Faxen naar Mac, alsook het afdrukken van faxen,
uitschakelen vanaf het bedieningspaneel van de printer.
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1.
Raak (pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2.
Raak Fax instellen aan, raak Basisfaxinstellingen aan en raak vervolgens
Faxen naar pc aan.
3.
Selecteer de instelling die u wilt wijzigen. U kunt de volgende instellingen
wijzigen:
•
PC-hostnaam bekijken: Bekijk de naam van de computer die is
geconfigureerd om Faxen naar pc en Faxen naar Mac te beheren.
•
Uitschakelen: Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen.
Opmerking Gebruik de HP-software op uw computer om Fax naar pc
of Fax naar Mac in te schakelen.
•
Afdrukken van faxen uitschakelen: Kies deze optie als u faxen wilt
afdrukken zodra ze worden ontvangen. Als u afdrukken uitschakelt, worden
kleurenfaxen nog wel afgedrukt.
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Windows)
1.
Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens
de optie voor uw HP-printer..
2.
Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Wizard Digitale fax
instellen.
3.
Volg de instructies op het scherm.
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Mac OS X)
1.
Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg HP-hulpprogramma (Mac OS X)
voor meer informatie.
2.
Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het HP-
hulpprogramma.
3.
Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen
1.
Raak (pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2.
Raak Faxinstallatie aan, raak Basisinstallatiemenu Fax aan en vervolgens
Faxen naar pc aan.
3.
Raak Uitschakelen aan.